Amerikaans grenen, southern yellow pine, Carolina pine
1. shortleaf pine (Pinus echinata Mill.)
2. longleaf pine (Pinus palustris Mill.)
3. loblolly pine (Pinus taeda L.)
4. slash pine (Pinus elliottii Engelm.)

1. Pinus echinata Mill.
2. Pinus palustris Mill.
3. Pinus taeda L.
4. Pinus elliottii Engelm.

Pinaceae.

Oosten en zuiden van Verenigde Staten.

Hoogte gemiddeld 30 m. De 10-18 m lange takvrije stam heeft een diameter van 0,4-0,8 m. Southern pine is afkomstig uit gecultiveerde bossen en deze worden vaak na circa 30 jaar gekapt. De stammen bestaan voornamelijk uit spint. Vroeger werd door deze soorten, uit oerbossen, pitch pine geleverd.

Triplex en gekantrecht hout.

Het kernhout is in verse toestand lichtbruin. Onder invloed van licht en lucht wordt het geelbruin tot roodbruin. Het lichtgele spint is 50-150 mm breed. De kleurverschillen zijn afhankelijk van bodemgesteldheid, droging en belichting. De kwasten zijn meestal ingegroeid en vast. Doordat de bomen in steeds kortere omlopen worden geoogst, is de stam in verhouding dun. Bij wat zwaarder hout heeft het kernhout een sterke hars- of terpentijngeur. Door het contrast tussen vroeg- en laathout ontstaat op kwartiers gezaagd hout een streeptekening terwijl dosse gezaagd hout een duidelijke vlamtekening vertoont. Het hout is wat sterker dan dat van Europees grenen.

naaldhout

Recht.

Fijn.

(535-)540 (-625) kg/m3 bij 12% vochtgehalte.

Middelmatig.

Snel. Bij het versneld of aan de lucht drogen kan southern pine worden vergeleken met Europees grenen. Aanbevolen wordt om southern pine te drogen bij een temperatuur beneden 45-50 °C in verband met het vloeien van hars en met het donkerder worden. Bij het drogen van fineer blijft de vorm niet zo vlak en is er gevaar voor scheurvorming.

Southern pine kan zowel met de hand als machinaal zonder moeilijkheden worden bewerkt. Het hout is goed te draaien en kan vrij gemakkelijk tot fineer worden verwerkt.

Goed. Bij lijmen is het raadzaam dit direct na de eindafwerking te doen omdat de mogelijkheid bestaat dat in een warme omgeving hars kan uitzweten.

Slecht.

Goed. Voor het aanbrengen van een oppervlakbehandeling is het aan te bevelen het hout te ontvetten, bijvoorbeeld met thinner.

Kernhout
Schimmels 4.
Termieten G.
Spint
Hylotrupes G.
Anobium G.
Meestal zal spint aanwezig zijn, dat in duurzaamheidsklasse 5 moet worden ingedeeld. Voor toepassingen buiten zal het spint moeten worden verduurzaamd.

Kernhout 3.
Spint 1.

De vroegere naam Amerikaans grenen omvatte een vrij grote groep grenensoorten die onderling aanzienlijk verschilden in kleur, gewicht en duurzaamheid. Hoewel elke soort een eigen benaming heeft, is het beter deze in ons land niet te gebruiken om geen verwarring te stichten, en de algemene Amerikaanse handelsaanduidingen te hanteren.
Op dit moment worden in de handel in Verenigde Staten de volgende drie groepen onderscheiden (zie de desbetreffende beschrijvingen):
- pitch pine (afkomstig uit Midden-Amerika)
- southern (yellow) pine: Amerikaans "hard" grenen
- soft pine-groep ook wel white pine-groep genoemd, Amerikaans "zacht" grenen. Deze groep komt op onze markt als alternatief voor Europees grenen en lijkt daar ook enigszins op.

Bouwhout binnenwerk zoals vloeren, trappenhuizen, ramen, binnenkozijnen, deuren, betimmeringen, constructiewerk (onder andere voor restauraties), carrosseriebouw (binnenbetimmering), wagonvloeren, bruggenbouw, constructiehout, waterwerken, vloeren en meubelen enz.