Houtsoort: Potlood ceder, Afrikaans
Andere namen | Cedar, Afrikanische Bleistift Zeder (Duitsland), african pencil cedar (Groot-Brittannië), thed (Etiopië), mutarakwa, mtarakwa (Oost-Afrika). |
Botanische naam | Juniperus procera Hochst. ex Endl. |
Familie | Cupressaceae. |
Groeigebied | Tropisch Oost-Afrika, Saudi Arabië en Yemen. |
Boombeschrijving | Hoogte gemiddeld 30(-42) m. De diameter is gemiddeld 2,0(-3,0) m. Het is de grootste Juniperussoort die na vier jaar al 4-5 m hoog kan zijn. De stam heeft een grote wortelaanloop en heeft bij oudere bomen vaak een rot hart. Jonge bomen hebben zeer breed spint zodat alleen de oudere bomen voor de houtproductie geschikt zijn. |
Aanvoer | Gekantrecht hout, in maten geschikt voor potloodfabricage. |
Houtbeschrijving | Het geelbruine tot purperrode kernhout dat aan licht blootgesteld een wat meer uniforme roodbruine tint krijgt, steekt duidelijk af tegen het smalle spint dat crèmewit van kleur is. Het hout is tamelijk bros, gemakkelijk splijtbaar en staat bekend om zijn bijzondere cedergeur. Draaigroei, ingegroeide bast en reactiehout komen regelmatig voor. |
Houtsoort | naaldhout#ATIBT |
Draad | Recht. |
Nerf | Fijn. |
Volumieke massa | 450-550-650 kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 750 kg/m3. |
Werken | Gering. |
Drogen | Zeer langzaam. Bij sneller drogen ontstaan fijne oppervlaktescheurtjes en eindscheuren. |
Bewerkbaarheid | Goed, laat zich zeer goed snijden. |
Spijkeren en schroeven | Splijt gemakkelijk, voorboren kan daarom noodzakelijk zijn. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Zeer slecht. |
Oppervlakafwerking | Goed. |
Duurzaamheid | Schimmels 2. |
Impregneerbaarheid | Kernhout 4. |
Toepassingen | Vrijwel uitsluitend gebruikt voor potloden. Door de insectenwerende werking van het hout, wordt potloodceder gebruikt voor insectenvrije kledingkisten en -kasten. In Oost-Afrika ook timmerwerk en meubelen. |