Houtsoort: Mersawa
Atibt | mersawa |
Andere namen | Krabak (Thailand, Frankrijk), palosapis (Filipijnen), mersawa (Indonesië, Maleisië), kaunghmu, kunghmu (Myanmar/Burma), sanai, pengiran (Borneo), garawa (Nieuw Guinea). |
Botanische naam | Anisoptera laevis Ridley, A. marginata Korth., A. thurifera (Blanco) Blume, A. spec. div.. |
Familie | Dipterocarpaceae. |
Groeigebied | Indonesië, Maleisië, Thailand, Myanmar/Burma, Filipijnen. |
Boombeschrijving | Hoogte 30-45 m, maximaal 65 m. De rechte takvrije stam is 20-25 m lang met een diameter van 0,5-1,0(-200) m. Afhankelijk van de soort zijn al dan niet wortelaanlopen aanwezig. |
Aanvoer | Gekantrecht hout en halffabrikaten, waaronder bezemstelen. |
Houtbeschrijving | De kleur van het kernhout is bleekgeel tot geelbruin met soms een rossige tint. Aan het daglicht blootgesteld, wordt de kleur iets donkerder. Het spint is iets lichter van kleur en ongeveer 50 mm breed. |
Houtsoort | loofhout |
Draad | Recht tot kruisdraad. |
Nerf | Matig grof, gelijkmatig. |
Volumieke massa | (460-)510- 640-740(-900) kg/m3 bij 12% vochtgehalte. Kaunghmu uit Myanmar/Burma is meestal iets lichter in gewicht (560 kg/m3) dan krabak of mersawa. |
Werken | Groot. |
Drogen | Zeer langzaam. De variatie in droogsnelheid is echter zeer groot. Bij het drogen ontstaat weinig kwaliteitsverlies met uitzondering van enige vervorming. |
Bewerkbaarheid | Mersawa heeft, door de aanwezigheid van kiezel in de stralen, een afstompende invloed op gereedschappen waarmee wordt gewerkt. Met scherp gereedschap is het goed te schaven. Een snijhoek van 20° wordt aanbevolen. |
Spijkeren en schroeven | Goed. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Slecht. |
Oppervlakafwerking | Goed. |
Duurzaamheid | Schimmels 4. |
Impregneerbaarheid | Kernhout 3-4. |
Toepassingen | Triplexfabricage, meubelen, binnenbetimmeringen, lijstwerk, plinten, kisten en pallets, bezemstelen en als ramin-vervanger. Mersawa (triplex) is niet geschikt voor betonbekistingen omdat inhoudsstoffen de uitharding van cement tegengaan. |