Houtsoort: Mecrusse
| Atibt | mecrussé |
| Andere namen | Mezimbite, mecrusse, cimbirre (Mozambique), lebombo ironwood, nsimbitsi (Transvaal-Zuid-Afrika), bekungu, umbukungi, umzibiti. |
| Botanische naam | Androstachys johnsonii Prain. |
| Familie | Euphorbiaceae. |
| Groeigebied | Zuidoost-Afrika. |
| Boombeschrijving | Hoogte afhankelijk van de groeiplaats (10-)15-20(-36) m. De rechte cilindrische stam heeft een diameter van (0,45-)0,6(-0,9) m. |
| Aanvoer | Gekantrecht hout en parket. |
| Houtbeschrijving | Het lichtbruine tot bruine kernhout heeft soms donkere vlekken of strepen. Het 10-20 mm brede spint is geelachtig wit. Het hout is zeer hard en sterk. |
| Houtsoort | loofhout |
| Draad | Meestal golvende draad. |
| Nerf | Fijn, gelijkmatig. |
| Volumieke massa | (850-)880- 910(-1000) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1150-1250 kg/m3. |
| Werken | Middelmatig. |
| Drogen | Langzaam. Tijdens het drogen vertoont het hout neiging tot oppervlaktescheuren. Mecrusse dient langzaam, onder afdak, te worden gedroogd met dunne stapellatten. |
| Bewerkbaarheid | Ondanks de hoge volumieke massa is |
| Spijkeren en schroeven | Voorboren noodzakelijk. |
| Lijmen | Goed. |
| Buigen | Niet bekend. |
| Oppervlakafwerking | Goed. |
| Duurzaamheid | Schimmels 1. |
| Impregneerbaarheid | Kernhout 4. |
| Toepassingen | Mecrusse wordt in ons land voornamelijk gebruikt voor parket en is verder zeer geschikt voor draaiwerk. In Oost-Afrika wordt het toegepast voor zwaar constructiewerk zoals bruggen en ook voor dwarsliggers en havenwerken. |
