Houtsoort: Mandioqueira
Voorbeeld | |
Atibt | Mandioqueira |
Andere namen | Mandioqueira-áspera, lacreiro, sucupira amarela Qualea paraensis Ducke.mandioqueira escamosa Q. homosepala Ducke.mandioqueira lisa, mirabau da várzea Q. acuminata Spruce ex Warm.mandioqueira lisa Q. albiflora Warm. (Brazilië).hoogland gronfoeloe, Q. albiflora Warm.goejaba kwari, Q. dinizii Ducke.(laagland) gronfoeloe, Q. coerulea Aubl.berg gronfoeloe, Q. rosea Aubl., gronfoeloe (Suriname).grignon fou, gonfolo, gronfolo (Frans Guyana), florecillo (Venezuela).mandio. |
Botanische naam | Qualea brevipedicellata Stafl., Q. paraensis Ducke, Q. homosepala Ducke, Q. acuminata Spruce ex Warm., Q. lancifolia Ducke. |
Familie | Vochysiaceae. |
Groeigebied | Amazonegebied, Brazilië en de Guyana\'s. |
Boombeschrijving | De rechte takvrije stammen zijn (7-)13-15(-20) m lang met een diameter van (0,45-)0,58(-1,0) m. De stamvorm kan recht en cilindrisch tot gedraaid en gegroefd zijn, met een gezwollen voet of zware wortelaanlopen. |
Aanvoer | Gekantrecht hout. |
Houtbeschrijving | Het kernhout is lichtgrijs, geelachtig-lichtbeige tot bruin/ roodbruin van kleur met lichte lijnen van het parenchymweefsel rond de vaten. Het duidelijk tot minder duidelijk te onderscheiden spint heeft een bleekgele tot geelachtige kleur, soms tot lichtbruin. Soms zijn groeiringen zichtbaar. In het hout komen plaatselijk witte inhoudsstoffen in de vaten voor, deze zijn op het langsvlak zichtbaar als dunne witte lijnen.Het kernhout heeft droog een matige glans en geen opvallende geur, vers heeft het een onaangename geur. |
Houtsoort | loofhout |
Draad | Recht of onregelmatig of kruisdraad. |
Nerf | Matig grof tot grof. |
Volumieke massa | (650-)700- 800(-860) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1140-1200 kg/m3. |
Werken | Qualea paraensis Ducke middelmatig.Andere Qualea-soorten niet bekend. |
Drogen | Droogt vrij snel tot matig snel met een een lichte neiging tot vorming van oppervlaktescheurtjes, vervormen en korstverharding. Dit is ook afhankelijk van de species. |
Bewerkbaarheid | Matig goed te zagen, goed tot matig te schaven, schuren en te draaien. Bij hout met kruisdraad kunnen inspringsels voorkomen. Sommige soorten geven een wollig oppervlak. Sommige soorten bevatten wat kiezel waardoor snijgereedschap snel kan afstompen. |
Spijkeren en schroeven | Goed, voor de zwaardere soorten is voorboren noodzakelijk. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Niet bekend. |
Oppervlakafwerking | Voor binnentoepassingen vermoedelijk geen problemen. Bij buitenexpositie zonder afwerking treden snel haarscheurtjes op. |
Duurzaamheid | Schimmels -grondcontact 3v. Variabel door het grote aantal soorten.Qualea paraensis Ducke -bovengronds 1.Termieten G.Drooghoutboorders D |
Impregneerbaarheid | Kernhout 1-2, makkelijk te impregneren, maar onregelmatige indringing.Spint 1. |
Toepassingen | Constructiehout onder dak, meubelen, binnenbetimmeringen, parket, schroten, plinten, lijsten, draaiwerk, pallets, kisten, multiplex, schuttingplanken en wagonvloeren. |