cupiuba

Cupiúba (Brazilië), saino, sapino (Colombia), goupi (Frans Guyana), kabukalli (Guyana), kopie (Suriname).

Goupia glabra Aubl.

Goupiaceae (= Celastraceae).

Brazilië, Colombia, Frans Guyana, Guyana, Peru, Suriname, Venezuela.

Hoogte 40 m. De van plankwortels voorziene stam heeft een diameter van 0,5-0,9 m, maximaal 1,2 m. De matig goed gevormde takvrije stam is 12-20 m lang.

Gekantrecht hout.

Het kernhout is steenrood tot geelbruin, iets nadonkerend. Het spint is rossig bruingeel, soms met gele vlekken en duidelijk te onderscheiden van het kernhout. Een onaangenaam verschijnsel van kopie is dat de (volgens sommigen) kattepisgeur, vooral tijdens de bewerking, bijzonder onaangenaam is. Deze geur wordt minder na het drogen, maar blijft toch altijd enigszins aanwezig.

loofhout

Recht, vaak onregelmatige kruisdraad.

Matig grof.

(800-)850 (-950) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 950-1150 kg/m3.

Middelmatig.

Matig snel tot vrij langzaam. Niet te snel drogen. Het hout krimpt daarbij sterk, maar vervormt weinig.

Zagen vrij gemakkelijk. Schaven wegens de voorkomende kruisdraad soms wat moeilijk.

Slecht.

Niet bekend.

Goed.

Schimmels 2-3.Termieten G.Drooghoutboorders D.

Kernhout 4.Spint 2.

Voornamelijk als constructiehout bij bruggen, haven- en waterwerken. In Nederland is het onder andere wel toegepast voor sluisdeuren, brugonderdekken, paal- en kloshout, gordinghout en schotbalken. Ook geschikt voor dwarsliggers, bedrijfsvloeren en in de scheepsbouw. Verder voor tuinhout, (parket)vloeren, trappen en draaiwerk. In Suriname is kopie een algemene gebruikshoutsoort.