1. Europees kersen (België, Nederland), Kirsche (Duitsland), cerisier, merisier (Frankrijk), gean, mazzard, wild cherry (Groot-Brittannië).2. Amerikaans kersen (België, Nederland), American (black) cherry (Verenigde Staten).

Rosaceae.

1. Europa en Klein-Azië.2. Zuidoosten van Canada en de oostelijke helft van de Verenigde Staten. Aangeplant en verwilderd in West-Europa.

Hoogte 18-25 m, takvrije stam tot 6 m lang, diameter 0,6-0,8 m.

Gekantrecht hout en fineer.

1. Het decoratieve geelbruine, later iets roodbruine, soms wat geaderde kernhout, dat vaak groenstrepigheid vertoont, steekt slechts weinig af tegen het smalle lichter gekleurde spint. Hardheid en volumieke massa variëren sterk.2. Licht tot donker roodbruin gekleurd. Een typisch gebrek zijn de kleine zwarte gomgangen, vooral in Amerikaans kersen.

loofhout

Meestal recht.

Fijn.

1. (550-)620 (-800) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 700-950 kg/m3.2. (500-)560(-600) kg/m3 bij 12% vochtgehalte.

Droogt matig snel, met een sterke neiging tot vervormen.

Kersen met rechte draad laat zich met alle gereedschap goed bewerken. Een snijhoek van 20° verbetert de afwerking van hout met een onregelmatige draad. Laat zich goed tot fineer schillen en snijden, draaien en schuren.

Zeer goed.

Goed. Bij afwerkmiddelen op polyesterbasis kan droogvertraging optreden.

Schimmels 3.

Niet bekend.

Europees kersenhout wordt de laatste jaren slechts sporadisch aangeboden. Amerikaans kersen is regelmatig leverbaar. Het is geschikt voor meubelen en binnenbetimmeringen, zowel massief als in de vorm van fineer. Verder voor draaiwerk, onderdelen van muziekinstrumenten en houtwaren als mesheften, borstelhout, tekenhaken en speelgoed.