Houtsoort: Kembang semangkok
Atibt | kembang semangkok |
Andere namen | Thitlaung, shaw, taun-thinbaw, thibyu (Burma), kapas-kapasan (Indonesië), boh changi, kembang semangkok, selayar (Maleisië), samrong (Thailand). |
Botanische naam | Scaphium affine Pierre, S. linearicarpum Ridl., S. wallichii Schott. et Endl., S. spec. div.. |
Familie | Sterculiaceae. |
Groeigebied | Zuidoost-Azië. |
Boombeschrijving | Hoogte 27-36 m, diameter 0,6 m tot meer dan 1,8 m. De stam met hoge plankwortels is meestal over tweederde van de lengte takvrij. |
Aanvoer | Gekantrecht hout. |
Houtbeschrijving | Kleur kernhout lichtgeel of lichtbruin tot geelbruin, nauwelijks van het iets lichter gekleurde spint te onderscheiden. De stralen zijn op het kwartierse vlak zichtbaar als kleine spiegeltjes. Door nerf, kleur en structuur lijkt het enigszins op eiken. |
Houtsoort | loofhout |
Draad | Recht tot lichte kruisdraad. |
Nerf | Grof. |
Volumieke massa | (470-)520 (-650) kg/m3 bij 12% vochtgehalte. |
Werken | Vermoedelijk matig. |
Drogen | Snel, met slechts weinig vervorming. Kembang semangkok is gevoelig voor blauwschimmelaantasting en krijgt gauw kleine kopse scheurtjes. |
Bewerkbaarheid | Vers eenvoudig en gemakkelijk te bewerken, maar kembang semangkok wordt in verband met de blauwschimmelaantasting altijd gedroogd aangevoerd. Kembang semangkok laat zich mooi glad schaven en draaien. Gedroogd kembang semangkok heeft door zijn hoge kiezelgehalte een grote afstompende werking op snijgereedschappen en voor het schaven is hardmetalen snijgereedschap noodzakelijk. Vierzijdig schaven geeft geen problemen, maar bij profileren, bijvoorbeeld frezen, ontstaan gauw brandplekken en een wollig oppervlak. |
Spijkeren en schroeven | Goed. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Niet bekend. |
Oppervlakafwerking | Goed. Het hout laat zich goed beitsen. |
Duurzaamheid | Schimmels 5. |
Impregneerbaarheid | Kernhout 1. |
Toepassingen | In de meubelindustrie wordt het gebruikt als vervanger voor eiken in bepaalde toepassingen. Verder voor triplexfabricage, binnenbetimmeringen en schrootjes, traptreden enz. |