jarrah

Yarrah.

Eucalyptus marginata Sm.

Myrtaceae.

Australië.

Hoogte 30-45 m. De goed gevormde stam heeft een diameter van 0,9-1,5 m.

Gekantrecht hout.

De kleur van het kernhout varieert in verse toestand van licht- tot donkerrood. Na blootstelling aan het licht donkert het na van roodbruin tot donker roodbruin. Het gewoonlijk zeer smalle, circa 10 mm brede spint is lichtbruin getint. Jarrah is zeer hard, sterk en zeer taai. Reeksen axiale gomgangen die parallel met de groeiringen verlopen, kunnen in het hout voorkomen. Het hout staat bekend als moeilijk brandbaar.

loofhout

Recht, kruisdraad, golvend of warrig.

Matig grof tot grof.

(790-)830 (-900) kg/m3, vers circa 1050-1100 kg/m3.

Groot.

Aanbevolen wordt jarrah aan de lucht voor te drogen alvorens versneld te drogen. Neiging tot kromtrekken. Bij dik hout kan flinke scheurvorming ontstaan en is kans op collaps.

Met handgereedschap moeilijk, maar machinaal vrij gemakkelijk te bewerken. Bij het bewerken van het kwartierse vlak worden vezels makkelijk uitgerukt. Een snijhoek van 15° wordt daarom aanbevolen.

Goed.

Matig.

Goed.

Schimmels 1.
Termieten M.

Kernhout 4.
Spint 1.

De houtsoort karri (Eucalyptus diversicolor F. MUELL.) vertoont zeer veel overeenkomst met jarrah. Beide soorten kunnen makkelijk van elkaar worden onderscheiden door splinters hout te verbranden. Jarrah geeft dan zwarte houtskool terwijl karri tot witte as verbrandt.

In Nederland wordt jarrah hoofdzakelijk toegepast voor parket-, mozaïek- en strokenvloeren en meubelen. In Groot-Brittannië wordt jarrah veel gebruikt voor waterbouwkundige toepassingen, steigerpalen en andere toepassingen in (jacht)havens. In West-Australië wordt jarrah wegens zijn gunstige sterkte-eigenschappen en zijn duurzaamheid voor zeer veel doeleinden toegepast. Wordt ook voor metrodwarsliggers toegepast.

Jarrah staat genoemd in de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR5493:1999, Kwaliteitsrichtlijnen voor loofhout in waterbouwkundige werken.