giam

Heavy hopea (Groot-Brittannië), yakal (Filipijnen), thingyan (Burma/Myanmar), takhian (Thailand), sao xanh (Vietnam).

Hopea nutans Ridl., H. ferrea Lanessan, H. forbesii (Brandis) v. Slooten, H. helferi (Dyer) Brandis, H. spec. div..

Dipterocarpaceae.

Zuidoost-Azië, Sri Lanka, Zuid- en Oost-India.

Boomhoogte 25-50 m met een diameter van 0,6-0,8(-1,6) m, maximaal 3,3 m.

Gekantrecht hout.

Vers is het kernhout geel met een groene tint. Bij droging en blootstelling aan licht donkert het na tot donkerbruin. Het 20-30 mm brede gele spint is aanvankelijk moeilijk van het kernhout te onderscheiden maar als het kernhout donkerder wordt, is het verschil duidelijker. Giam is gewoonlijk vrij regelmatig van structuur en laat geen uitgesproken tekening zien. De aanwezigheid van kruisdraad veroorzaakt op het kwartierse vlak af en toe een duidelijk streepfiguratie. Zowel op het kopse vlak als op het langsvlak komen op onregelmatige afstand van elkaar fijne witachtige lijntjes voor die worden veroorzaakt door reeksen harsgangen, gevuld met een lichtgekleurde gom.

loofhout

Kruisdraad.

Fijn.

(700-)950 (-1220) kg/m3 bij 12% vochtgehalte.

Gering.

Zeer langzaam. Bij zorgvuldig drogen is het gevaar voor vervormen gering.

Ondanks de hardheid laat giam zich in het algemeen toch zonder moeilijkheden bewerken. Hoewel het hout tijdens de bewerkingen een vrij hoge weerstand biedt, is de afstompende werking op het snijgereedschap matig. Daar waar het mogelijk is met hardmetaal te verspanen, wordt dit ook geadviseerd. Bij het zagen kan met hars vermengd zaagsel aan de zaagtanden plakken. Schaven geeft een glad oppervlak, zowel op het kwartierse als op het dosse vlak. Draaien gaat niet makkelijk.

Gezien de hoge volumieke massa vermoedelijk niet gemakkelijk.

Slecht.

Goed.

Schimmels 1.
Termieten D.

Kernhout zeer moeilijk.

Zware constructies, waterbouw, wagenbouw, scheepsbouw, dwarsliggers, vloeren, parket, meubelen, binnen- en buitenbetimmeringen enz.