Houtsoort: Bodo
Atibt | mambodé |
Andere namen | 1. mambode. |
Botanische naam | 1. Detarium senegalense Gmel. |
Familie | Leguminosae (Caesalpiniaceae). |
Groeigebied | 1. Guinee-Bissau, Ivoorkust, Sierra Leone. |
Boombeschrijving | Hoogte 25-30 m. Stamdiameter 0,8-1,2 m. De stam heeft een enigszins gedrongen vorm en is niet regelmatig cilindrisch gegroeid. |
Aanvoer | Voornamelijk fineerhout voor de productie van snijfineer, diameter 0,70-0,80 m. |
Houtbeschrijving | Het kernhout is chocoladebruin tot donker roodbruin gekleurd met een enigszins violette palissanderachtige glans. Het is dikwijls donker geaderd en vertoont dan een streeptekening. Het tot meer dan 120 mm zeer brede spint heeft een witachtig-roze kleur. Bodo is een harde homogene houtsoort met een aangename harsachtige geur. |
Houtsoort | loofhout |
Draad | Recht, soms lichte kruisdraad. |
Nerf | Fijn. |
Volumieke massa | 1. 740 kg/m3 bij 12% vochtgehalte. |
Werken | Gering. |
Drogen | Langzaam, heeft weinig neiging tot scheuren en trekken. |
Bewerkbaarheid | Het laat zich, zowel met handgereedschap als met machinaal gereedschap, goed bewerken. Na grondig stomen laat bodo zich goed tot fineer snijden. Het zagen en schaven gaat goed. Bij het bewerken kunnen echter moeilijkheden ontstaan doordat de in het hout aanwezige hars aan de zaagtanden en beitels kleeft, zodat regelmatige reiniging noodzakelijk is. |
Spijkeren en schroeven | Goed, voorboren noodzakelijk. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Niet bekend. |
Oppervlakafwerking | Matig goed. Voor het aanbrengen van oppervlakafwerking verdient het aanbeveling het hout eerst te reinigen met bijvoorbeeld thinner. Voor glad werk is aanbrengen van een vulmiddel noodzakelijk. |
Duurzaamheid | 2. |
Impregneerbaarheid | Moeilijk. |
Toepassingen | Voornamelijk toegepast als snijfineer voor de meubelindustrie. Kwartiers gesneden is het zeer decoratief en kan het als vervanger van palissanderdekfineer worden toegepast, massief voor decoratieve toepassingen binnenshuis. |