Houtsoort: Alerce
Andere namen | lahuán (Chili), lahuen (Argentinië). |
Botanische naam | Fitzroya cupressoides (Molina) I.M. Johnst. (= F. patagonica Hook. f. ex Lindl.) |
Familie | Cupressaceae. |
Groeigebied | Argentinië, Chili. |
Boombeschrijving | Hoogte gemiddeld 30 m, maximaal 40-46 m. De rechte cilindrische takvrije stam is maximaal 24 m lang en heeft een diameter van gemiddeld 1,2 m, maximaal 4,5 m. |
Aanvoer | Gekantrecht hout. |
Houtbeschrijving | Alerce-kernhout is licht roodbruin gekleurd, scherp overgaand naar het smalle lichtgekleurde spint. De hoge ouderdom en de zeer langzame groei van de bomen zorgen voor een groot percentage foutvrij hout met smalle groeiringen. Alerce lijkt enigszins op Californian redwood. |
Houtsoort | naaldhout#ATIBT |
Draad | Recht. |
Nerf | Fijn. |
Volumieke massa | (290-)420 (-640) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 650-700 kg/m3. |
Werken | Gering. |
Drogen | Matig snel. Drogen geeft in het algemeen weinig vervorming. |
Bewerkbaarheid | Het laat zich met scherpe gereedschappen goed bewerken. |
Spijkeren en schroeven | Goed. |
Lijmen | Goed. |
Buigen | Slecht. |
Oppervlakafwerking | Goed. |
Duurzaamheid | Schimmels 2. |
Impregneerbaarheid | Matig. |
Bijzonderheden | Deze soort staat op de lijst van zeldzame of met uitsterven bedreigde planten van CITES Appendix I. |
Toepassingen | Lichte duurzame constructies, zowel binnens- als buitenshuis, betimmeringen, lijstwerk, geveltimmerwerk enz. |