Karri

White gum, karri gum.

Eucalyptus diversicolor F. Muell.

Myrtaceae.

Australië, aangeplant in Zuid-Afrika.

Hoogte 50-60 m, maximaal 90 m. De takvrije stam is 25-30 m lang en heeft een diameter van 1,8-3,0 m.

Gekantrecht hout.

Het hout is roodachtig bruin van kleur en lijkt uiterlijk veel op jarrah. De kleur is echter wat bleker. Karri heeft kruisdraad die een streeptekening veroorzaakt. Reeksen axiale gomgangen die parallel met de groeiringen verlopen, kunnen in het hout voorkomen.

loofhout

Kruisdradig.

Matig grof.

(800-)880 (-900) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1150 kg/m3.

Groot.

Langzaam, kan sterk scheuren en vertoont neiging tot vervorming.

Met handgereedschap moeilijk, maar machinaal vrij gemakkelijk te bewerken. De kruisdraad en golvende draad beïnvloeden de bewerkbaarheid nadelig. Bij het bewerken van het kwartierse vlak worden vezels makkelijk uitgerukt. Een snijhoek van 15° wordt daarom aanbevolen.

Voorboren noodzakelijk.

Gezien de volumieke massa vermoedelijk matig tot slecht.

Matig.

Goed.

Schimmels 2 (Australisch Karri).

Zuid-Afrikaans karri (niet van plantages) is BS 5756 HS ingedeeld in sterkteklasse D50. Zie voor de toelaatbare onvolkomenheden bij de toepassingscategorieën de Nederlandse praktijkrichtlijn NEN 5493 (2010) Kwaliteitsrichtlijnen voor loofhout in waterbouwkundige werken en andere constructieve toepassingen. 

Kernhout 4.Spint 1.

Karri is van jarrah te onderscheiden door een spaantje hout te verbranden: karri geeft witte as, terwijl jarrah zwart verkoolt.

Karri wordt in Australië zowel voor binnen- als voor buitenwerk toegepast: bruggen, waterwerken, carrosseriebouw, constructiehout, vloeren, landbouwwerktuigen en sportartikelen.

Karri staat genoemd in de Nederlandse norm NEN 5493 (2010) Kwaliteitsrichtlijnen voor loofhout in waterbouwkundige werken en andere constructieve toepassingen.