Hout is een veel gebruikt materiaal voor constructieve doeleinden. Als hout wordt gebruikt voor bouwkundige constructies moet er conform de geldende regelgeving aan gerekend worden. In de EU en Nederland wordt hiervoor de Eurocode gebruikt (NEN-EN 1995 1-1 Eurocode 5: Ontwerp en berekening van houtconstructies ). De bij de berekeningen te gebruiken Europese sterkteklassen worden weergegeven volgens EN 338 (NEN-EN 338: Hout voor constructieve toepassingen - Sterkteklassen -).
Voor naaldhout worden de sterkteklassen aangeduid met de letter C. Voor loofhout wordt de letter D gebruikt. Deze letteraanduiding wordt gevolgd door een getal voor de karakteristieke waarden voor de relevante sterkte-eigenschappen. In totaal worden twaalf verschillende klassen voor gezaagd naaldhout onderscheiden en acht voor gezaagd loofhout.
Voor gelamineerd hout is een soortgelijke indeling in sterkteklassen gemaakt. Deze klassen zijn conform EN 14080 (NEN-EN 14080 : Houtconstructies - Gelijmd gelamineerd hout en gelijmd massief hout -). Gelamineerd hout is herkenbaar aan de afkorting GL. Voor gelamineerd hout zijn er zeven klassen. Er is een onderscheid gemaakt tussen homogeen (GL h) en gecombineerd (GL c) gelamineerd hout.
Lees meer over sterktegegevens van gezaagd en gelamineerd hout: